Maximering huurprijsverhoging vrije sector aangenomen door Tweede Kamer

De Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten is door de Tweede Kamer verlengd tot 1 mei 2029. Daarmee wordt ook voor de komende 5 jaar (het voorstel ging uit van 3 jaar) de huurverhoging in de vrije sector aan banden gelegd. De Eerste Kamer moet nog instemming met de verlenging van deze wet. Dit gebeurt naar alle waarschijnlijkheid eind april.

Als het aan de Tweede Kamer ligt kunnen verhuurders in de vrije sector ook de komende vijf jaar hun huren niet onbeperkt verhogen. Ook blijft het ‘laagste-van-de-twee’-principe gelden. Dat betekent dat de jaarlijks toegestane huurverhoging in de vrije sector na 1 mei 2024 zal meestijgen met de inflatie +1%, behalve als de inflatie hoger is dan de loonstijging, dan worden de CAO-lonen +1% gevolgd. De inflatie is voor het komende jaar 4,5 %. Als de Eerste Kamer de wet aanneemt dan betekent dit dat de huren in de vrije sector vanaf 1 mei 2024 met hoogstens 5,5 % mogen stijgen. Voor de toegestane jaarlijkse huurverhoging in de vrije sector ging men in het wetsvoorstel uit van de gemiddelde stijging van de CAO-lonen +1%. Dit heeft het niet gehaald. 

Inspanningsverplichting regering

Daarnaast blijkt dat veel huurders en verhuurders onbekend zijn met de regels omtrent de maximale huurprijsverhoging. De regering wordt verzocht om zich samen met de gemeenten, huurders- en verhuurdersorganisaties én de Huurcommissie in te spannen om de bekendheid met de maximale huurprijsverhoging te vergroten. De regering moet de Kamer voor 1 juli 2024 over haar inspanningen informeren.

Eveneens wordt de regering verzocht om nieuwe mogelijkheden uit te werken voor kleinere collectieve procedures bij de Huurcommissie als huurders gezamenlijk willen optrekken. Om nu een collectieve procedure bij de Huurcommissie aan te vangen is 50% van de bewoners nodig voor een aanvraag, waardoor zij vaak aangewezen zijn op lange en dure individuele procedures. De regering wordt verzocht om nieuwe mogelijkheden uit te werken om kleinere collectieve procedures bij de Huurcommissie mogelijk te maken.

Verjaringstermijn naar 2 jaar

Wat nog meer opvalt in de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten is dat de verjaringstermijn van huurverhogingen wordt verkort naar 2 jaar. Thans bedraagt deze termijn 5 jaar (zie artikel 7:308 BW). Dit kan leiden tot betaling van huurprijsverhoging over meerdere jaren, met grote financiële consequenties voor huurder. Let op! Je moet de huurverhoging wel schriftelijke opeisen anders ontstaat er een verjaringstermijn van één jaar:

In afwijking van artikel 308 van Boek 3 verjaart de rechtsvordering tot betaling van een huurprijsverhoging door verloop van twee jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de vordering opeisbaar is geworden, tenzij de verhuurder de huurder in enig jaar niet schriftelijk informeert over het in dat jaar opeisbaar worden van een vordering tot betaling van een huurprijsverhoging, in welk geval die vordering verjaart door verloop van één jaar na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de vordering opeisbaar is geworden.

Redelijk aanbod

Eveneens wordt het verbod om in de vrije sector de huurovereenkomst op te zeggen door de verhuurder wegens het door de huurder niet aanvaarden van een redelijk aanbod op grond van artikel 7:274 lid 1 onder d BW indien dat aanbod betrekking heeft op een wijziging van de huurprijs of de servicekosten, verlengd tot 1 mei 2029.

Let op! De Eerste Kamer moet nog instemmen met de verlenging van de wet! Naar verwachting zal de stemming eind april plaatsvinden.