Herbestemming: van zomerkoninkjes naar zonnepark
Paul Palmen had nooit gedacht dat hij ooit ondernemer in zonne-energie zou worden. Toen de huurder van het voormalige glastuinbouwbedrijf van zijn ouders vertrok, was de keuze: opnieuw verhuren of verkopen? Maar er rolde een ander plan uit. Het perceel werd gesplitst, de gebouwen verkocht en op de overgebleven hectares ontwikkelen broer en zus Palmen nu een zonnepark.
De vader van Palmen bouwde in de jaren zeventig een tuinbouwbedrijf met woonhuis aan de Molenbroek in het Limburgse Stramproy. Toen hij eind jaren negentig jong overleed, had het bedrijf geen opvolger. Paul Palmen en zijn zus Cindy hadden andere ambities en er diende zich een huurder aan die het personeel overnam en tien jaar aardbeien en bramen teelde.
Later werd het bedrijf nog eens acht jaar gehuurd door een aspergeteler. ‘Maar in 2018 zegde hij de huur op en moesten we bepalen of we een nieuwe huurder gingen zoeken voor de inmiddels gedateerde kas of een bord in de tuin gingen slaan. We kozen het laatste en schakelden Aelmans in.’
Bart Pijs is NVM Agrarisch & Landelijk-makelaar bij de Aelmans Adviesgroep. Onder die groep vallen behalve vastgoedspecialisten ook adviseurs en specialisten op het gebied van bijvoorbeeld bodem, ruimtelijke ontwikkeling, omgeving, milieu en duurzaamheid, zoals Pouderoyen Tonnaer.
‘In het eerste gesprek hebben we de verkoopprijs bepaald. Op voorhand wisten we dat de kans klein was dat een glastuinder het bedrijf zou kopen. Het ligt geïsoleerd, de uitbreidingsmogelijkheden zijn beperkt en de specificaties zijn voor huidige glastuinbouwbedrijven anders’, aldus Pijs.
Toch was er belangstelling van een jonge tuinbouwondernemer. ‘Mijn moeder zou dan in het huis blijven wonen en hij wilde het perceel verder volbouwen met kassen’, zegt Palmen. ‘Vanwege de oude molen in de buurt, valt de grond volgens bestemming in een molenbiotoop. En dat betekende dat er geen hoge kassen gebouwd mochten worden. Helaas haakte de potentiële koper toen af.’
Opnieuw werden er gesprekken met de gemeente gevoerd. Wat was er wél mogelijk op de grond? ‘In één van die gesprekken flapte ik eruit ‘anders leg ik wel zonnepanelen neer!’ Daar werd - zo bleek achteraf - het idee geboren.
Een paar maanden later, in juni 2019, opperde de gemeente zelf het idee om een zonnepark aan te leggen en heb ik opnieuw met Bart Pijs gebeld. Nu werd alleen het woonobject verkocht en behielden we de grond’, zegt Palmen.
Pijs vult aan: ‘De gemeente Weert wil verduurzamen, dus voor het zonnepark was draagvlak te vinden. We hebben het perceel toen gesplitst.’
Al gauw meldde zich een geïnteresseerde uit de buurt. Hij heeft een bedrijf aan huis en mocht de loods uitbreiden naar driehonderd vierkante meter. De moeder van Palmen kon op datzelfde moment het huis van haar zus in het dorp kopen.
Laatste hobbel
Pijs: ‘Daar hield het makelaardijverhaal op, maar Palmen is verder begeleid door mijn ruimtelijke ordening-collega’s van Pouderoyen Tonnaer.
Samen hebben ze nagedacht over het planologisch traject, landschappelijke en ecologische inpassing, bestemmingsplan, omgevingsvergunningen, omgevingscommunicatie en subsidies.’
De vergunning ligt er inmiddels om in 2021/2022 een zonnepark te realiseren.
Palmen: ‘Ook hebben we al een overeenkomst met onze toekomstige netbeheerder voor het transport van de door ons opgewekte stroom. De laatste hobbel was de SDE++-subsidie. Recent hebben we de beschikking ontvangen en nu kunnen we dus verder met de realisatie van Zonnepark ‘t Boonder BV.’
Opdrachten als deze betekenen voor een NVM Agrarisch & Landelijk-makelaar altijd maatwerk. ‘Hier kwam een combinatie van de expertises vanuit ons bureau aan bod: van verkoop en bodemonderzoeken tot bestemmingsplan en vergunningen’, aldus Pijs.
Met de ontwikkeling van een zonnepark op de landbouwgrond wordt er meerwaarde op de grond gecreëerd én blijft de grond in de familie. Palmen: ‘We hebben een aparte bv opgericht: ‘Zonnepark ‘t Boonder’. Zo werd dat stuk grond van mijn opa genoemd. Het groene ondernemerschap van pap zit er ook nog steeds in. Geen aardbeien meer, maar wel groene energie.’