Agrarisch & Landelijk
NVM heeft standpunten opgesteld betreffende de verschillende onderwerpen die leven in het vastgoed. Hieronder vindt u de standpunten op het gebied van de agrarische en landelijke vastgoedmarkt.


Tot in de jaren tachtig werd veel asbest gebruikt in gebouwen, woningen en wegen. Het is sterk, slijtvast, isolerend en bovendien goedkoop. Inmiddels is bekend dat er grote gezondheidsrisico’s kleven aan asbest. Zo lang het intact blijft is er niets aan de hand, het is echter levensgevaarlijk wanneer er asbestvezels vrijkomen.
In en op veel stallen en opslagruimten die gebouwd zijn tot aan 1993, is asbest verwerkt. Vooral in golfplaten en in gevels. Dit betekent een risico voor de gezondheid van de agrarische ondernemer én voor de omgeving. Ook de waarde van het vastgoed daalt als gevolg van de aanwezigheid van asbest.
Het is belangrijk dat agrarische ondernemers bewust worden gemaakt van de asbestrisico’s en dat het proces van asbestverwijdering door de agrarische sector vergemakkelijkt, verbeterd en versneld wordt. De NVM staat positief tegenover de verschillende subsidies en fiscale regelingen om tegemoet te komen aan de kosten voor het verwijderen van asbestdaken.
Meer dan 85% van de totale ruimte in Nederland bestaat uit landelijk gebied. De land- en tuinbouwsector is de grootste gebruiker van dit gebied. Momenteel vinden daar majeure transformaties plaats op het gebied van o.a. dierenwelzijn, milieu, natuur, klimaat en duurzame energie.
Bedrijven ontwikkelen zich in heel verschillende richtingen. Er is sprake van verdere schaalvergroting, mede door technologische vooruitgang. Het aantal ondernemers in de land- en tuinbouw neemt hierdoor af. Echter, deze ondernemers zijn vaak actief op meerdere locaties. Daarnaast spelen agrarische ondernemers ook in op multifunctionele niches, met groot onderscheidend vermogen (bijvoorbeeld: biologische landbouw, duurzame energie, geïntegreerde ketens, horeca, recreatie en zorgboerderijen).
De NVM vindt dat ondernemers in de land- en tuinbouw voldoende ruimte dienen te krijgen en dat agrarisch & landelijk vastgoedmarkten liquide dienen te blijven om in deze ontwikkelingen mee te gaan.
Agrarische ondernemers zullen in toenemende mate worden geconfronteerd met hogere productiekosten als gevolg van hogere eisen op het gebied van duurzaamheid en deze dienen ook te worden terugverdiend. Deze ontwikkelingen stellen niet alleen ondernemers voor nieuwe uitdagingen, maar ook de samenleving in het algemeen.
In de nieuwe Omgevingswet zullen de mogelijkheden om compensatie te claimen voor geleden schade als gevolg van ruimtelijke plannen aanzienlijk worden beperkt. Zo wordt het wettelijk forfait (het percentage van de schade dat wordt gezien als “normaal maatschappelijk risico”) verhoogd van 2% naar 4%. Dit is het percentage van de waarde van het eigen onroerend goed, dat op de te vergoeden nadeelcompensatie wordt ingehouden. De NVM vreest dat hierdoor in de toekomst voor eigenaren weinig ruimte zal overblijven om planschade of andersoortige nadeelcompensatie te claimen.
De NVM staat positief tegenover de nieuwe Omgevingswet. De belangrijkste maatschappelijke winst is dat het ruimtelijke regelgeving eenvoudiger maakt en procedures verkort. Zo wordt het makkelijker om ruimtelijke projecten te starten. De komst van de Omgevingswet betekent ook dat er veel verandert. De wet bundelt 26 bestaande wetten voor onder meer bouwen, milieu, water, ruimtelijke ordening en natuur. De nieuwe omgevingswet gaat naar verwachting op 1 januari 2022 in. De invoering van deze nieuwe wet heeft invloed op de huidige regelgeving op het gebied van onteigening, nadeelcompensatie, nieuwbouw, vrijkomende agrarische bebouwing en plattelandswoningen.
Onteigening is een ingrijpend middel en kan daarom alleen plaatsvinden wanneer het algemeen belang, noodzaak en urgentie voldoende zijn aangetoond. De onteigeningwet wordt geïntegreerd in de nieuwe Omgevingswet.
Enkele knelpunten die de NVM had aangekaart - zoals de kenbaarheid van de onteigening en de gegarandeerde rechterlijke toets - zijn in het wetgevingsproces verbeterd. De onteigening wordt door de integratie in de Omgevingswet onder het bestuursrecht gebracht.
De NVM acht dit nog steeds onwenselijk omdat de burgerlijke rechter meer ervaring heeft met onteigeningen en veel eigendomskwesties niet onder de omgevingswet vallen en daarmee niet onder het bestuursrecht. De NVM vraagt zich af welk probleem met deze fundamentele stelselwijziging wordt opgelost.
Een plattelandsonderneming is een bedrijf in een agrarisch gebied dat bijdraagt aan de instandhouding van datzelfde gebied. Dit doet het bedrijf door producten of diensten aan te bieden, eventueel in combinatie met een agrarische onderneming. Hierdoor blijft het mogelijk de gronden en gebouwen te exploiteren.
Het begrip ‘plattelandsonderneming’ raakt in verschillende regio's in Nederland in gebruik om een nieuw type bedrijf op het platteland aan te duiden. Het gaat om bedrijven die, eventueel naast een agrarische functie, ook andere producten en diensten aanbieden. Het exploiteren van andere diensten dan agrarische in het buitengebied zorgt voor een conflict met bestaande bestemmingsplannen. Om deze ondernemingen toch de ruimte te bieden, kan in aanpassingen van de bestemmingsplannen het begrip plattelandsonderneming worden opgenomen.
De NVM is voorstander om de plattelandsonderneming op te nemen in bestemmingsplannen. Daarmee zorgt een plattelandsonderneming ervoor dat de kwaliteit van het gebied waar ze gevestigd is in stand blijft of zelfs verbetert.
Tevens wordt ermee voorkomen dat initiatiefnemers tegen tijdrovende juridische en beleidsmatige procedures aanlopen, die een voortvarende start belemmeren. Het beleid van Provincies dient niet-agrarische functies in het buitengebied toe te laten en de precieze invulling aan de gemeenten overlaat. Hiermee kan de economische positie van het agrarische gebied in stand blijven.
Meer informatie
Fosfaatrechten, pluimveerechten, varkensrechten en betalingsrechten. Er zijn vele agrarische productierechten die elk weer eigen regels en voorschriften hebben. Het kopen en verkopen van rechten kan daarom nogal wat voeten in aarde hebben, zeker ook gezien de financiële belangen die hierin een rol spelen. NVM Agrarisch & Landelijk-Makelaars zijn deskundige bemiddelaars bij aan- en verkoop van deze rechten.
De NVM is voorstander van de vrije verhandelbaarheid van productierechten om een goede agrarische bedrijfsontwikkeling mogelijk te maken. Daarnaast is het voor vastgoedtransacties in de agrarische sector cruciaal dat hieraan gekoppelde transacties in productierechten soepel en snel kunnen verlopen.
Het Programma Aanpak Stikstof (PAS) werd oorspronkelijk opgezet om vergunningen te verlenen aan personen en bedrijven die naast de productie ook hadden toegezegd de stikstofuitstoot te compenseren. Dat systeem bleek in strijd met Europese richtlijnen en volgens de rechters beschermde het de Natura 2000-gebieden niet voldoende. Op 29 mei 2019 werd daarom een ferme streep gezet door het PAS. Dit leidde tot grote onzekerheid.
Zowel projecten met een lopende vergunningaanvraag als projecten die eerst geen natuurvergunning nodig hadden, moesten nu opnieuw beoordeeld worden. Als gevolg hiervan zijn veel woningbouwprojecten stilgevallen, en dat terwijl er al sprake is van een te kort aan woningen. Daarnaast heeft het enorme impact voor de veehouderij.
De NVM staat positief tegen over de eerste oplossingen om woningbouw en projecten weer van de grond te krijgen door de maximale snelheid op snelwegen te verlagen, veevoer aan te passen en de subsidieregeling varkenshouderij uit te breiden. Het geeft duidelijkheid en maakt agrarische vastgoedmarkten minder onzeker.
De NVM vindt dat de overheid oog dient te hebben voor inkomens- en vermogensverlies en toekomstperspectief van veehouders als gevolg van een gedwongen bedrijfsbeëindiging. Daarnaast worden agrarische ondernemers met hoge advieskosten geconfronteerd in een langdurig traject van stoppen en saneren.
Extern salderen houdt in dat een initiatiefnemer extra depositie die hij veroorzaakt, compenseert wanneer hij die veroorzaakt. Binnen een gebied mag deze depositie niet boven een bepaalde waarde komen.
Wanneer een initiatiefnemer binnen dat gebied wilt uitbreiden, kan dit uitstoot van depositie veroorzaken. Deze uitstoot door uitbreiding moet dan worden gecompenseerd. Hij kan dit doen door een ander bedrijf binnen dit gebied op te kopen (extern salderen). Samen met de provincies is afgesproken dat extern salderen met veehouderijbedrijven weer wordt opengesteld op korte termijn. Daarbij is afgesproken dat zij de regie houden om ongerichte en ongecontroleerde opkoop te voorkomen.
De NVM staat positief tegenover extern salderen, met regie vanuit de provincies om ongerichte en ongecontroleerde opkoop uit de veehouderij te voorkomen. Extern salderen biedt kansen voor stilgevallen nieuwbouwprojecten in de woningmarkt en verdere ontwikkelmogelijkheden voor veehouders.
Door onder andere schaalvergroting, opvolgingsproblematiek en maatregelen op gebied van milieu, klimaat en dierenwelzijn neemt het aantal agrarisch ondernemers sterk af.
De verwachting is dat er daardoor in 2030 50 miljoen m2 agrarische bebouwing leeg zal staan. Alles bij elkaar genomen, ziet het er naar uit dat ca. 50% van de VAB in 2030 leeg zal blijven staan. Sloop is voor die bebouwing de meest logische optie.
De oppervlakte die daarmee vrijkomt zou kunnen worden ingezet voor nieuwbouw in de woningmarkt, gezien de toenemende tekorten op de huidige woningmarkt en het achterblijven van de nieuwbouwopgave. De andere 50% van de VAB kan echter worden herbestemd tot woonruimte of voor ander (al dan niet agrarisch) hergebruik.
De NVM staat positief tegenover sloop- en saneringsregelingen en flexibiliteit bij herbestemming van VAB. De NVM is positief over maatregelen als als ruimte voor ruimte, saneringsregeling varkenshouderij, en instrumenten om de verdere verduurzaming op het platteland mogelijk te maken.
Ook het vereenvoudigen van de financierbaarheid bij herbestemmen van VAB is van belang, door het scheppen van een helder wettelijk kader en daardoor illegaal bewonen tegen te gaan. Deze maatregelingen zorgen ervoor dat de verloedering en criminaliteit op het platteland kunnen worden opgelost en de leefbaarheid voor burgers en ondernemers op het platteland wordt verbeterd.
Voor meer informatie:
Gemeenten maken nog te weinig gebruik van de Wet Plattelandswoningen. Deze wet, die in 2013 in werking trad, maakt het mogelijk voor niet-agrariërs om een agrarische bedrijfswoning te bewonen en voorkomt leegstand op het platteland. Door een aantal gemeenten wordt de wet al succesvol toegepast, maar nog veel gemeenten zijn terughoudend bij het toepassen hiervan.
De wens van de NVM is om de Wet Plattelandswoning breder toe te passen, zodat bestaande knelpunten kunnen worden weggenomen. Hierdoor kan meer ontwikkeling in het buitengebied mogelijk worden gemaakt, zonder dat bestaande (landbouw)bedrijven hier hinder van ondervinden. De NVM heeft een handreiking gepubliceerd voor gemeenten, adviseurs en andere betrokkenen om de wet- en regelgeving rond de plattelandswoning inzichtelijker te maken.